Biografie van John Steinbeck
John Steinbeck had de gewoonte om brieven en boeken te ondertekenen met een kleine tekening van een gevleugeld varken, vergezeld van de Latijnse uitdrukking ad astra per alia porci – naar de sterren op de vleugels van een varken. Het personage, dat hij Pigasus noemde, was bedoeld als een herinnering dat de mens altijd naar hoger gelegen gebieden moet streven, hoe laag zijn vaardigheden ook mogen lijken.
De filosofie van Pigasus kan ook worden toegepast op de romans, verhalen, reisverslagen en toneelstukken die John Steinbeck in de loop van zijn veertigjarige carrière produceerde. De fictie van Steinbeck betoogde dat de mens, door de rauwe en soms lelijke waarheid over de menselijke natuur onder ogen te zien, naar een betere versie van zichzelf zou kunnen evolueren. Of hij nu werkte als ranchhand, migrerende werknemers interviewde of in de Golf van Mexico zeilde, Steinbeck een reiziger met een doel, die de vaak pijnlijke realiteit van de mensen die hij ontmoette observeerde en beschreef. Hij legde de slachtoffers van de Dust Bowl en de Grote Depressie zo gedetailleerd vast dat het bijna onmogelijk is hun leven voor te stellen zonder aan Steinbeck te denken. Door hun worstelingen, gebreken en stille waardigheid vast te leggen in boeken als The Grapes of Wrath (die critici als zijn meesterwerk beschouwen) en East of Eden (waar hij de voorkeur aan gaf), gaf Steinbeck een stem aan een stemloos volk en betekenis aan levens die maar al te vaak werden afgedaan als zinloos.
Veel mensen veroordeelden Steinbecks werken tijdens zijn leven (en lang na zijn dood) als te rauw, te vulgair of te sympathiek tegenover onsympathieke karakters. Steinbeck schrok terug voor publiciteit en de kritiek irriteerde hem. Het publiek De weerstand tegen zijn werk deed niets af aan de kracht van zijn toewijding eraan. Want zoals de man zelf zei toen hij in 1962 zijn Nobelprijs voor Literatuur in ontvangst nam, “heeft een schrijver die niet hartstochtelijk gelooft in de vervolmaaktheid van de mens geen toewijding of lidmaatschap van de literatuur.”