Vormen van skeletspieren

Wat zijn de verschillende vormen van spieren? Er zijn een aantal verschillende spiervormen in het menselijk lichaam, waaronder cirkelvormig, convergerend, parallel, pennate en spoelvormig. Hier leggen we uit waar ze in de body worden gevonden en wat hun functie of doel is.

Circulaire spieren

Deze spieren zien er rond van vorm uit en zijn normaal gesproken sluitspieren die een opening omringen, zoals de mond, omgeven door Obicularis Oris en Obicularis Oculi rondom de ogen

Convergente spieren

Dit zijn spieren waarvan de oorsprong (de aanhechting aan een vast bot, gewoonlijk de proximale aanhechting) breder is dan het inbrengpunt. Deze vezelopstelling zorgt voor maximale krachtproductie. Een voorbeeld is Pectoralis Major. Convergente spieren worden ook wel driehoekige spieren genoemd.

Parallelle spieren

Parallelle spieren hebben vezels die, zoals de naam al doet vermoeden, parallel aan elkaar lopen en worden soms bandspieren genoemd. / p>

  • Het zijn normaal gesproken lange spieren die grote bewegingen veroorzaken, niet erg sterk zijn maar een goed uithoudingsvermogen hebben.
  • Voorbeelden zijn onder meer Sartorius en Sternocleidomastoid.
  • Sommige studieboeken omvatten spoelvormige spieren in de parallelle groep.

Pennate-spieren

Pennate-spieren hebben een groot aantal spiervezels per eenheid en zijn dus erg sterk, maar worden gemakkelijk moe. Ze kunnen worden onderverdeeld in:

  • Unipennate: de vezels van deze spieren zijn gerangschikt om diagonaal op de pees in te brengen, wat een grote kracht mogelijk maakt. Voorbeelden zijn de Lumbricals (diepe handspieren) en Extensor Digitorum Communis (pols en vinger extensor)
  • Bipennate: Bipennate spieren hebben twee rijen spiervezels, die in tegenovergestelde diagonale richtingen zijn gericht, met een centrale pees, zoals een veer. Dit zorgt voor nog meer kracht maar minder bewegingsvrijheid. Een voorbeeld is de Rectus Femoris.
  • Multipennate: zoals de naam al doet vermoeden, hebben Multipennate-spieren meerdere rijen diagonale vezels, met een centrale pees die zich vertakt in twee of meer pezen. Een voorbeeld is de deltaspier die drie secties heeft, anterieur, posterieur en midden.

Fusiforme spieren

Soms, opgenomen in de parallelle spiergroep, zijn deze spieren meer spoelvormig, waarbij de spierbuik breder is dan de oorsprong en het inbrengen. Voorbeelden zijn Biceps Brachii en Psoas major.

Gerelateerde quizzen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *