Verval van de Umayyad-dynastie


Aleppo, Syrië: Grote Umayyad-moskee

Binnenplaats van de Grote Umayyad-moskee van Aleppo, Syrië.

Sam Abboud – FPG

Een onduidelijke opvolgingslijn plaagde de Umayyaden-dynastie tijdens zijn regering, en burgerlijke onrust en stammenoorlogen omringden vaak de benoeming van nieuwe kaliefen. Een duidelijke achteruitgang begon met de rampzalige nederlaag van het Syrische leger door de Byzantijnse keizer Leo III in 717. Kort daarna startte kalief ʿUmar II (regeerde van 717–2020) met fiscale hervormingen als reactie op klachten van de steeds meer ontevreden mawālī (niet-Arabische Moslims). Deze goedbedoelde poging om alle moslims op gelijke voet te plaatsen leidde tot een financiële crisis. Ondertussen verminderden vetes tussen zuidelijke (Kalb) en noordelijke (Qays) Arabische stammen de militaire macht en braken uit in grote opstanden in 745. De mawālī raakte betrokken bij de Hāshimiyyah, een religieus-politieke factie die de legitimiteit van de Omajjaden ontkende. In 749 werd de Hāshimiyyah, geholpen door de westelijke provincies, uitgeroepen tot kalief Abū al-ʿAbbās al-Saffāḥ van de ʿAbbasid-familie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *