Socialisatie
Socialisatie is het proces waarbij we leren bekwame leden van een groep te worden. Primaire socialisatie is het leren dat we ervaren van de mensen die ons opvoeden. Om kinderen te laten groeien en bloeien, moeten zorgverleners voorzien in hun fysieke behoeften, waaronder voedsel, kleding en onderdak. Zorgverleners moeten kinderen ook leren wat ze moeten weten om te kunnen functioneren als leden van een samenleving, inclusief normen, waarden en taal. Als kinderen niet voldoende primaire socialisatie krijgen, doen ze het meestal niet zo goed als volwassenen.
Ontwikkelingsstadia
Onderzoekers hebben verschillende theorieën over hoe kinderen over zichzelf en hun rol in de samenleving leren. Sommige van deze theorieën zijn in tegenspraak met elkaar, en elk wordt om verschillende redenen bekritiseerd, maar elk speelt nog steeds een belangrijke rol in het sociologisch denken.
Freuds Theory of Personality Development
Oostenrijkse arts Sigmund Freud , de grondlegger van de psychoanalyse, geloofde dat biologische basisinstincten samen met maatschappelijke factoren persoonlijkheden vormen. Freud stelde dat de geest uit drie delen bestaat die op de juiste manier moeten samenwerken om een persoon goed te laten functioneren in de samenleving. Als een van de drie onderdelen dominant wordt, kunnen er persoonlijke en sociale problemen ontstaan. De drie delen zijn de id, het superego en het ego.
- Id: volgens Freud ontwikkelt de id zich eerst. De geest van een pasgeborene bestaat alleen uit de id, die verantwoordelijk is voor de bevrediging van fysieke verlangens. De id vertegenwoordigt de meest primitieve verlangens van een mens, en een persoon die alleen door de id wordt geregeerd, zou alles strikt voor zijn of haar eigen plezier doen, waarbij hij de maatschappelijke normen overtreedt en straf riskeert.
- Superego: als kinderen van kleutertijd naar kindertijd ontwikkelen, ontwikkelt hun geest een superego, of geweten, dat conformiteit met maatschappelijke normen en waarden aanmoedigt. Iemand met een hyperactief superego zou worden opgesloten in een te rigide systeem van regels, wat zijn of haar vermogen om normaal te leven zou belemmeren.
- Ego: een gezonde geest bestaat ook uit het ego, of het deel van de geest die de conflicten tussen de id en het superego oplost. Normaal gesproken brengt het ego de verlangens van het id en het superego in evenwicht, maar als het faalt, kan iemand moeite hebben met het nemen van beslissingen, wat kan leiden tot gedragsproblemen.
Meads Theory of Social Behaviorism
Socioloog George Herbert Mead geloofde dat mensen zelfbeelden ontwikkelen door interacties met andere mensen. Hij voerde aan dat het zelf, het deel van iemands persoonlijkheid dat bestaat uit zelfbewustzijn en zelfbeeld, een product is van sociale ervaring. Hij schetste vier ideeën over hoe het zelf zich ontwikkelt:
- Het zelf ontwikkelt zich uitsluitend door sociale ervaring. Mead verwierp Freuds idee dat persoonlijkheid deels wordt bepaald door biologische drijfveren.
- Sociale ervaring bestaat uit het uitwisselen van symbolen. Mead benadrukte het bijzonder menselijke gebruik van taal en andere symbolen om betekenis over te brengen.
- Als je de bedoelingen van anderen kent, moet je je de situatie vanuit hun perspectief voorstellen. Mead geloofde dat sociale ervaring afhangt van het feit of we onszelf zien zoals anderen dat doen, of, zoals hij het noemde, de rol van de ander op ons nemen.
- Het begrijpen van de rol van de ander resulteert in zelfbewustzijn. stelde dat er een actief “ik” -zelf is en een objectief “ik” -zelf. Het “ik” -zelf is actief en initieert actie. Het ik-zelf gaat door, onderbreekt of verandert actie, afhankelijk van hoe anderen reageren.
Mead geloofde dat de sleutel tot zelfontplooiing het begrijpen van de rol van de ander is. Hij schetste ook de stappen in ontwikkeling van geboorte tot volwassenheid:
Cooleys Theory of the Looking-Glass Self
Net als Mead geloofde socioloog Charles Horton Cooley dat we ons zelfbeeld vormen door interactie met andere mensen. Hij was vooral geïnteresseerd in hoe belangrijke anderen ons als individu vormen. Een significante ander is iemand wiens mening belangrijk voor ons is en die in een positie verkeert om ons denken te beïnvloeden, vooral over onszelf. Een significante ander kan iedereen zijn, zoals een ouder, broer of zus, echtgenoot of beste vriend.