Saturnalia
Saturnalia, de meest populaire Romeinse festivals. Opgedragen aan de Romeinse god Saturnus, blijft de invloed van het festival voelbaar in de hele westerse wereld.
Oorspronkelijk gevierd op 17 december, werd Saturnalia eerst uitgebreid tot drie en uiteindelijk tot zeven dagen. De datum is in verband gebracht met het winterzaaiseizoen, dat in het moderne Italië varieert van oktober tot januari. Net als de Griekse Kronia was het het meest levendige festival van het jaar. Alle werkzaamheden en zaken werden opgeschort. Slaven kregen tijdelijke vrijheid om te zeggen en te doen wat ze wilden, en bepaalde morele beperkingen werden versoepeld. De straten waren besmet met een Mardi Gras-waanzin; een schijnkoning werd gekozen (Saturnalicius princeps); de seizoensgroet io Saturnalia was overal te horen. De sluitingsdagen van de Saturnalia stonden bekend als Sigillaria, vanwege de gewoonte om tegen het einde van het festival kaarsen, wasmodellen van fruit en wassen beeldjes te maken die werden gemaakt door de sigillarii of fabrikanten van kleine figuren in was en andere media. Het cultusbeeld van Saturnus zelf, traditioneel aan de voeten gebonden met wollen banden, werd losgemaakt, vermoedelijk om naar buiten te komen en mee te doen.
De invloed van de Saturnalia op de vieringen van Kerstmis en Nieuwjaar is direct geweest. Het feit dat Kerstmis werd gevierd op de verjaardag van de onoverwinnelijke zon (dies solis invicti nati) gaf het seizoen een zonne-achtergrond, verbonden met de kalends van januari (1 januari, het Romeinse nieuwjaar) toen huizen werden versierd met groen en licht, en cadeautjes werden gegeven aan kinderen en de armen. Met betrekking tot de geschenkkaarsen hadden de Romeinen een verhaal dat een oude profetie de eerste inwoners van Latium opdroeg hoofden naar Hades en phota naar Saturnus te sturen. De oude Latijnen interpreteerden dit als mensenoffers, maar volgens de legende adviseerde Hercules om lichten te gebruiken (phos betekent “licht” of “man” volgens accent) en niet menselijke hoofden.