Overgangsrite


Aard en betekenis

Veel van de belangrijkste en meest voorkomende overgangsriten houden verband met de biologische crises, of mijlpalen van het leven – geboorte, volwassenheid, voortplanting en dood – die veranderingen brengen in de sociale status en dus in de sociale relaties van de betrokken mensen. Andere overgangsriten vieren veranderingen die volledig cultureel zijn, zoals initiatie in samenlevingen die bestaan uit mensen met speciale interesses – bijvoorbeeld broederschappen. Overgangsriten zijn universeel, en vermoedelijk bewijs uit de archeologie (in de vorm van grafvondsten) suggereert sterk dat ze teruggaan tot zeer vroege tijden. Een aspect van overgangsriten dat door uitleggers vaak over het hoofd wordt gezien (misschien omdat het voor de hand lijkt te liggen), is de rol van de riten bij het verschaffen van amusement. Overgangsriten en andere religieuze evenementen zijn in het verleden de belangrijkste sociaal goedgekeurde manier geweest om deel te nemen aan plezierige activiteiten, en religie is een primair voertuig geweest voor kunst, muziek, zang, dans en andere vormen van esthetische ervaring.

De wereldwijde verspreiding van deze riten trok lang geleden de aandacht van geleerden, maar de eerste substantiële interpretatie ervan als een klasse van verschijnselen werd in 1909 gepresenteerd door de Franse antropoloog en folklorist Arnold van Gennep, die de term overgangsriten bedacht. Van Gennep zag dergelijke riten als middelen waarmee individuen, zonder sociale ontwrichting, door de moeilijkheden van de overgang van de ene sociale rol naar de andere heen worden geholpen. Op basis van een uitgebreid onderzoek naar preliteratuurlijke en geletterde samenlevingen, stelde Van Gennep dat overgangsriten bestaan uit drie te onderscheiden, opeenvolgende elementen: scheiding, overgang en herintroductie – of, respectievelijk, preliminale, liminale en postliminale stadia (voor, op , en voorbij de limen). De persoon (of personen) op wie de riten zich richten, wordt eerst symbolisch losgekoppeld van zijn oude status, ondergaat vervolgens aanpassing aan de nieuwe status tijdens de overgangsperiode en wordt tenslotte opnieuw opgenomen in de samenleving in zijn nieuwe sociale status. Hoewel de meest voorkomende riten verband houden met crises in de levenscyclus, zag Van Gennep de betekenis van de ceremonies als sociaal of cultureel, waarbij belangrijke gebeurtenissen werden gevierd die in de eerste plaats sociaal-cultureel of door mensen gemaakt zijn in plaats van biologisch.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *