Nauwkeurigheid van de Weber en Rinne stemvorktests bij evaluatie van kinderen met otitis media met effusie
Doelstelling: Het doel van deze studie was om de nauwkeurigheid van de stemvorktests van Rinne en Weber te bepalen bij het voorspellen van de mate van gehoorverlies secundair aan otitis media met effusie (OME) bij kinderen in vergelijking met pure-tone audiometrie.
Ontwerp: er werd een geblindeerde prospectieve studie uitgevoerd naar gevallen van unilaterale en bilaterale OME bij kinderen tussen 2 en 11 jaar.
Omgeving: patiënten werden gerekruteerd uit de tertiaire pediatrische otolaryngologiekliniek in het kinderziekenhuis van British Columbia in Vancouver.
Methoden: De proefpersonen bestonden uit 58 kinderen met eenzijdige of bilaterale OME. De Rinne- en Weber-tests werden uitgevoerd met een stemvork van 256 Hz en 512 Hz. Audiometrie met zuivere tonen werd uitgevoerd om de aanwezigheid en mate van een lucht-botspleet (ABG) vast te stellen.
Belangrijkste uitkomstmaten: De respons van de stemvork werd gecorreleerd met de ABG om hun nauwkeurigheid te bepalen.
Resultaten: de Weber-test liet geen verband zien tussen de ABG en de lateralisatierespons met behulp van de 256 Hz (p = .484) of de 512 Hz stemvork (p = .120). Voor de Rinne-test was een toename in ABG significant geassocieerd met een hogere responsluchtgeleiding < beengeleiding met behulp van de 256 Hz of de 512 Hz vork (p < .04). Bij geen van de stemvorktests was leeftijd geassocieerd met de uitkomst.
Conclusies: De algehele nauwkeurigheid van de Rinne en Weber stemvorktests bij het voorspellen van conductief gehoorverlies geassocieerd met OME bij kinderen is slecht.