Factoren geassocieerd met de duur van de postictale toestand na een gegeneraliseerde convulsie
Resultaten
We evalueerden 209 opeenvolgende GCs (mediane leeftijd 42 jaar) met een mediane postictale duur van 0,75 uur. De univariate analyses gaven aan dat de mediane duur van de postictale toestand significant langer was: bij oudere patiënten (leeftijd ≥65 jaar) dan bij jongere patiënten (< 65 jaar) (2 uur vs. 0,7 uur, p = 0,0005); bij patiënten met hogere gemodificeerde Rankin-schaal (mRS) -scores (≥3) bij baseline dan bij patiënten met lagere scores (≤2) (2,5 uur vs. 0,7 uur, p < 0,0001) ; bij patiënten met een langere aanvalsduur (≥ 30 min) dan bij patiënten met een kortere duur (55 uur vs. 0,7 uur, p < 0.0001); bij patiënten die nood-anti-epileptica kregen dan bij degenen die dat niet kregen (16 uur vs. 0,6 uur, p < 0.0001); en bij patiënten die werden geïntubeerd dan bij degenen die dat niet waren (63,5 uur vs. 0,75 uur, p = 0,0009). Meerdere lineaire regressieanalyses gaven aan dat hogere leeftijd, hogere mRS-scores bij aanvang, langere duur van aanvallen en toediening van anti-epileptica voor noodgevallen onafhankelijk geassocieerd waren met een langere postictale duur.