Discovering Literature: 20th century
Wat er feitelijk op die schandalige nacht is gebeurd, zal tot op zekere hoogte altijd een mysterie zijn, omdat de rapporten spreken elkaar tegen. Was het de choreografie die mensen irriteerde, of de muziek? Is de politie echt gebeld? Was het waar dat er raketten werden geworpen en dat er uitdagingen voor een duel werden geboden? Werden de makers aan het eind uitgejouwd of toegejuicht? De danseres Dame Marie Rambert herinnerde zich dat meteen in het begin ‘er een schreeuw ging in de galerie:” Un docteur! ” (Bel een dokter!). Iemand anders riep luider: Un dentiste! (een tandarts!) De aristocraat Harry Kessler zei dat mensen bijna onmiddellijk begonnen te fluisteren en grappen te maken. Stravinsky zelf was zo boos dat hij naar buiten stormde en backstage ging om de dansers te helpen de tijd bij te houden.
Wat zeker is, is dat het publiek geschokt was – en terecht. Stravinskys score voor The Rite of Spring was in tegenspraak met elke regel over wat muziek zou moeten zijn. De geluiden zijn vaak opzettelijk hard, direct vanaf de opening van de Litouwse volksmelodie, die wordt gespeeld door de fagot in zijn hoogste, meest ongemakkelijke bereik. De muziek was kakofonisch luid en trof de oren met donderende percussie en gierend koper. Ritmisch was het complex op een totaal ongekende manier. In het ‘Ritual of the Rival Tribes’ ontvouwt de muziek zich in twee snelheden tegelijk, in een verhouding van 3: 2. En het maakt uitbundig gebruik van dissonantie, d.w.z. combinaties van noten die niet normaal harmonisch kloppen. ‘De muziek gaat altijd naar de noot naast de noot die je verwacht’, schreef een geërgerde criticus.
Dan was er de dans, gechoreografeerd door Nijinsky. Volgens sommige waarnemers was dit de oorzaak van het schandaal tijdens de eerste nacht. Toen het gordijn opging zag het publiek een rij ‘knock-kneed en langgevlochten lolitas op en neer springen’, zoals Stravinsky ze noemde, die eerder leken te schokken dan te dansen. Klassieke dans streefde omhoog, in weerwil van de zwaartekracht, terwijl Nijinskys dansers naar de aarde leken te worden getrokken. Hun vreemde, stampende bewegingen en ongemakkelijke poses tartten elke canon van gratie.
Zowel de muziek als de dans van The Rite of Spring leken de mogelijkheid van menselijke gevoelens te ontkennen, wat voor de meeste mensen de betekenis van kunst is. Zoals Stravinsky het verwoordde, ‘er zijn gewoon geen regios om naar de ziel te zoeken in The Rite of Spring’. Dit is wat het zo beslissend onderscheidt van Stravinskys hit van 1911, Petroesjka. Daar worden we ondergedompeld in een mensenwereld, die de zeer specifieke culturele sfeer van Rusland uitstraalt. Het is waar dat de hoofdpersonages poppen zijn, in plaats van ronde mensen. Maar ze hebben karakters, ook al zijn ze enigszins rudimentair, en aan het einde is er zelfs een suggestie dat Petroesjka een ziel zou kunnen hebben.