Corpus callosum
Afbeelding: Life Sciences Database / Wikimedia
De twee hersenhelften zijn verbonden door een dikke bundel zenuwvezels, het corpus callosum genaamd, die ervoor zorgt dat beide hersenhelften kunnen communiceren en signalen naar elkaar kunnen sturen.
Een combinatie van sensorische, motorische en cognitieve informatie wordt via dit neurale snelweg.
Er zijn ongeveer 300 miljoen axonen (zenuwvezels) in een gemiddeld corpus callosum. Het bevindt zich in de witte stof van het cerebrum en is ongeveer 10 cm lang in de middellijn. Deze neurale brug is de grootste structuur van witte stof in de hersenen en is alleen geëvolueerd bij zoogdieren van de placenta.
Als het corpus callosum wordt doorgesneden, kunnen de hersenhelften niet goed communiceren, en het verlies van een reeks van functies kunnen optreden – bijvoorbeeld veranderingen in visuele perceptie, spraak en geheugen. Chirurgisch doorsnijden van het corpus callosum is een laatste redmiddel voor onbehandelbare epilepsie, om te voorkomen dat aanvallen zich over de hersenen verspreiden.
Agenese van het corpus callosum
Er is een veel voorkomende ontwikkelingsstoornis die het corpus aantast callosum, waardoor het ofwel misvormd is of zelfs helemaal ontbreekt. Dit gebeurt meestal in een kritieke periode tijdens de zwangerschap van 12-16 weken zwangerschap. Geschat wordt dat deze aandoening, corpus callosum agenese of dysgenese genaamd, ongeveer 1 op de 4000 mensen treft, wat leidt tot een reeks fysieke, intellectuele en sociale handicaps.
QBI-onderzoekers zijn op zoek geweest naar de oorzaken van deze agenese, om te begrijpen waarom het voorkomt en om te helpen bij vroege diagnose en gerichte zorg voor kinderen en volwassenen die door de stoornis zijn getroffen. Tot dusver hebben de wetenschappers ontdekt dat er in de hersenen van de foetus een bepaald type gliacellen is die een rol speelt bij de ontwikkeling van het corpus callosum. Verstoring van deze cellen is een bron van de aandoening.
Wetenschappers van QBI hebben ook onderzoek gedaan naar de genetica van de agenese van het corpus callosum. De onderzoekers ontdekten dat mutaties in een gen genaamd DCC leidden tot misvorming van het corpus callosum. Hetzelfde gen is ook gekoppeld aan wat bekend staat als spiegelbewegingsstoornis, waarbij mensen onwillekeurig één ledemaat bewegen in coördinatie met de andere – zoals alleen je linkerhand willen optillen, maar niet kunnen voorkomen dat de rechter ook optilt. Afhankelijk van waar langs het DCC-gen de mutaties voorkomen, kan een persoon een of beide aandoeningen samen hebben.
Sommige mensen met corpus callosum agenesie functioneren goed, en hoewel ze voor enkele uitdagingen staan, zijn ze in staat om een vol en productief leven te leiden. Onderzoekers zijn geïnteresseerd in hoe de hersenen van deze mensen opnieuw worden bedraad om het verlies van deze enorme hersenverbinding te compenseren. Dit werk zal onderzoekers helpen het proces van hersenplasticiteit te begrijpen en hoe de hersenen zichzelf opnieuw kunnen bedraden tijdens het leven van de foetus.