1.1C: Pasteur en spontane generatie

Leerdoelen

  • Het concept van spontane generatie uitleggen

Spontane generatie is een achterhaalde gedachtegang over de gewone vorming van levende organismen zonder afstamming van soortgelijke organismen. Typisch was het idee dat bepaalde vormen, zoals vlooien, konden ontstaan uit levenloze materie zoals stof, of dat maden konden ontstaan uit dood vlees. Een afwijkend idee was dat van dubbelzinnige generatie, waarbij soorten zoals lintwormen voortkwamen uit niet-verwante levende organismen, waarvan nu wordt aangenomen dat ze hun gastheren zijn.

De leerstellingen waren van mening dat deze processen alledaags en regelmatig waren. Dergelijke ideeën waren in tegenspraak met die van eenduidige generatie: in feite exclusieve reproductie van genetisch verwante ouder (s), meestal van dezelfde soort. De leer van spontane generatie werd op coherente wijze samengevat door Aristoteles, die het werk van vroegere natuurfilosofen en de verschillende oude verklaringen van het verschijnen van organismen samenstelde en uitbreidde; het hield twee millennia lang de scepter.

Vandaag de dag wordt algemeen aangenomen dat spontane generatie door de experimenten van Louis Pasteur in de 19e eeuw op beslissende wijze is verdreven. Hij breidde het onderzoek uit van voorgangers, zoals Francesco Redi, die in de 17e eeuw experimenten had uitgevoerd op basis van dezelfde principes.

Het experiment uit 1859 van Louis Pasteur wordt algemeen beschouwd als een oplossing voor de kwestie. Samenvattend kookte Pasteur een vleesbouillon in een kolf met een lange nek die naar beneden gebogen was, als een gans. Het idee was dat de bocht in de nek verhinderde dat vallende deeltjes de bouillon bereikten, terwijl de lucht toch vrij kon stromen. De kolf bleef lange tijd vrij van groei. Toen de kolf werd gedraaid zodat deeltjes door de bochten konden vallen, werd de bouillon snel troebel. In detail stelde Pasteur gekookte bouillon bloot aan lucht in vaten die een filter bevatten om te voorkomen dat alle deeltjes door het groeimedium gaan, en zelfs in vaten zonder filter, waarbij lucht werd binnengelaten via een lange kronkelige buis die niet zou toelaten stofdeeltjes om te passeren. Er groeide niets in de bouillon tenzij de kolven werden opengebroken, wat aantoont dat de levende organismen die in dergelijke bouillon groeiden, van buitenaf kwamen, als sporen op stof, in plaats van spontaan in de bouillon te worden gegenereerd. Dit was een van de laatste en belangrijkste experimenten die de theorie van spontane generatie weerlegden.

Afbeelding: Pasteurs test van spontane generatie: door een voedselbron te steriliseren en van buitenaf geïsoleerd te houden, nam Pasteur geen verrotting van de voedselbron waar (bovenste paneel). Bij blootstelling aan de buitenomgeving observeerde Pasteur de verrotting van de voedselbron (onderste paneel). Dit suggereerde sterk dat de componenten die nodig zijn om leven te creëren niet spontaan ontstaan. Het pasteurisatie-experiment van Louis Pasteur illustreert het feit dat het bederf van vloeistof werd veroorzaakt door deeltjes in de lucht en niet door de lucht zelf. Deze experimenten waren belangrijke bewijsstukken ter ondersteuning van het idee van de ziektekiemtheorie. (CC BY-SA 4.0; Kgerow16).

Ondanks zijn experiment bleven de bezwaren van personen met de traditionele opvattingen bestaan. Veel van deze resterende bezwaren werden weggenomen door het werk van John Tyndall, in opvolging van het werk van Pasteur. Uiteindelijk werden de ideeën van spontane generatie verdrongen door vorderingen in de kiemtheorie en celtheorie. Het weerleggen van de traditionele ideeën van spontane generatie is niet langer controversieel onder professionele biologen. Bezwaren en twijfels zijn weggenomen door studies en documentatie van de levenscycli van verschillende levensvormen. De principes van de heel andere kwestie van de oorspronkelijke abiogenese op deze planeet – van leven van niet-levend materiaal – worden echter nog steeds onderzocht.

Kernpunten

  • Voordien Bij de ontdekking van microben werd algemeen aangenomen dat leven, zoals in het geval van rottend voedsel, uit het niets voortkwam. Dit idee werd spontane generatie genoemd.
  • Door culturen te steriliseren en geïsoleerd van de open lucht te houden, ontdekte Pasteur dat besmetting van de media alleen optrad bij blootstelling aan de buitenomgeving, wat aantoont dat een bepaald element nodig was om leven te geven. Met andere woorden, het leven ontstaat niet spontaan.
  • Ondanks het werk van Pasteur en het werk van anderen, was er nog steeds een beter begrip van de kiemtheorie en celtheorie nodig om het concept van spontane generatie uiteindelijk te verdringen.

Sleutelbegrippen

  • abiogenese: het ontstaan van levende organismen uit levenloze materie; het ontstaan zonder de actie van levende ouders; spontane generatie.
  • kiemtheorie: de kiemtheorie van de ziekte, ook wel de pathogene theorie van de geneeskunde genoemd, is een theorie die stelt dat micro-organismen de oorzaak zijn van vele ziekten. Hoewel zeer controversieel toen ze voor het eerst werd voorgesteld, werd de kiemtheorie gevalideerd aan het einde van de 19e eeuw en is ze nu een fundamenteel onderdeel van de moderne geneeskunde en klinische microbiologie, wat heeft geleid tot belangrijke innovaties zoals antibiotica en hygiënische praktijken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *